Spelregels Eenendertigen
Het speldoel van Eenendertigen is het behalen van éénendertig punten.
Het is in twee varianten te spelen, te weten de
moderne en de
klassieke variant.
Bij de klassieke variant wordt gespeelt met 32 kaarten (aas, heer, vrouw, boer, 10, 9, 8 en 7 van alle 4 de kleuren)
en bij de moderne variant met een compleet kaartspel van 52 kaarten.
Je speelt het met z'n vieren, ieder voor zich.
Elke speler begint met 3 kaarten in de hand.
Elke kaart heeft een bepaalde waarde. De azen zijn 11 punten, de plaatjes (h,v,b) zijn 10 punten en de overige kaarten
hebben de waarde die op de kaart staat (2 t/m 10).
3 kaarten van dezelfde waarde in de hand is dertig en een halve punt waard (30.5).
Anders geldt het hoogste aantal punten van één kleur.
Heb je dus een harten heer, een harten vrouw, en een klaver aas, dan heb je dus 20 punten van harten en 11 van klaver,
dus de 20 punten van harten is jouw puntentotaal.
Heb je een harten 7, een harten 3, en een klaver aas, dan heb je dus niet 10 (=7+3) maar 11 punten (aas).
Als je aan de beurt bent mag je kaarten wisselen met wat er op tafel ligt.
De methode van wisselen van kaarten is afhankelijk van het speltype (klassiek of modern).
De speler die begint (die moet uitkomen), is degene links naast de persoon die de kaarten schudt en deelt.
Belangrijk:
- Als iedereen behalve jij past, dan mag je nog maar één keer wisselen
- Als iemand 31 heeft, dan mag iedereen die niet heeft gepast, nog één keer wisselen
Klassiek Eenendertigen
Bij de
klassieke variant krijgt elke speler 3 kaarten in de hand, en worden er 3 kaarten open op tafel neergelegd.
Dat betekent dus dat er slechts 15 kaarten in het spel zijn! De overige 17 kaarten doen niet mee.
De allereerste speler (degene links van de deler), mag kiezen of hij/zij de kaarten in de hand wilt ruilen tegen
wat er op tafel ligt. Die persoon mag dan in één keer alle 3 de kaarten in de hand ruilen tegen de 3
die op tafel liggen. Daarna is de beurt voorbij en is de speler aan de linkerzijde aan de beurt.
Indien
niet alle 3 de kaarten worden geruild, mag er één kaart uit de hand geruild worden
tegen één kaart op tafel.
Er blijven dus altijd 3 kaarten op tafel en iedereen houdt altijd 3 kaarten in de hand.
De volgende speler mag ook weer 1 kaart ruilen, of alle 3. Echter, als er nu 3 worden gewisseld, dan moet die
persoon passen. Dat betekent dat totdat de ronde voorbij is, er niet meer geruild mag worden. Het puntentotaal is
dan dus definitief.
Indien iemand tevreden is met het aantal punten in de hand, dan mag deze persoon passen.
Dan is het puntentotaal dus definitief en er mag niet meer geruild worden.
De kaarten worden echter nog niet getoond aan de andere spelers.
Op het moment dat iedereen heeft gepast, worden de kaarten aan de spelers getoond.
Een speelronde eindigt wanneer:
- iemand 31 punten in de hand heeft (iedereen na die speler mag nog 1 keer wisselen)
- iedereen heeft gepast
- iedereen 5 keer heeft gewisseld
- enkelen hebben gepast en de rest heeft 5 keer gewisseld
Modern Eenendertigen
Bij de
moderne variant krijgt elke speler 3 kaarten in de hand.
Op tafel komt een dichte stapel met 39 kaarten met één open kaart er naast.
De speler links van de deler, mag een kaart van de dichte stapel pakken
óf de open kaart die op tafel ligt.
Vervolgens moet één kaart uit de hand op de open stapel neergelegd worden.
Er blijft dus altijd minimaal één kaart open op tafel liggen en iedereen houdt altijd 3 kaarten in de hand.
Kaarten die op de open stapel liggen, kunnen nooit meer terug in het spel komen!
Indien iemand tevreden is met het aantal punten in de hand, dan mag deze persoon passen.
Dan is het puntentotaal dus definitief en er mag niet meer geruild worden.
De kaarten worden echter nog niet getoond aan de andere spelers.
Op het moment dat iedereen heeft gepast, worden de kaarten aan de spelers getoond.
Een speelronde eindigt wanneer:
- iemand 31 punten in de hand heeft (iedereen na die speler mag nog 1 keer wisselen)
- iedereen heeft gepast
- de dichte stapel geen kaarten meer bevat
Eenendertigen: Gameplay
- Klik op de kaart in de hand die je wilt wisselen, en dan op de kaart op tafel (klassie), of op de open of gesloten stapel (modern).
- Je kunt ook kiezen om te passen.
- Bij klassiek kun je kiezen om alle drie de kaarten te wisselen.
- Als de ronde voorbij is, dan die je de kaarten en punten van iedereen, voordat de volgende ronde begint.
- Wanneer iemand past, of 31 punten heeft, dan wordt dit direct getoond.
Eenendertigen: Toernooien
In een toernooi speel je net als normaal 16 ronders.
Jouw score wordt vervolgens genoteerd in de lijst van dat toernooi.
In totaal spelen 10 mensen een toernooi.
Voor iedere speler is steeds dezelfde uitgangssituatie.
Dus voor elke deelnemer in het toernooi geldt dat de kaarten per ronde exact hetzelfde zijn gedeeld.
Zo krijg je dus aan het einde van een toernooi en heel goed beeld wie het meeste er uit heeft gehaald, en wie
dus het beste heeft gespeeld.